Ofwel: ”Hi” is geen gesprek
Online daten is een beetje als Ikea-instructies zonder plaatjes: het lijkt simpel, maar voor je het weet zit je met drie overgebleven schroeven en een vaag gevoel van teleurstelling op de bank. In deze serie over (online) daten in de tweede helft van je leven deel ik mijn meest memorabele ontmoetingen – of beter gezegd: pogingen daartoe. Herkenbaar? Lach mee, huil mee… of swipe weg.
1. Goedlachse start, afwachtend vervolg
Hij was IT-programmeur, kinderloos, knap op de foto’s en ogenschijnlijk klaar om de liefde een kans te geven. In eerste instantie vrolijk, ontspannen, positief. In tweede instantie: ongrijpbaar, besluiteloos en ongeveer net zo proactief als een kamerplant op staycation.
Toen ik voorzichtig polste hoe en wanneer we elkaar konden zien, kreeg ik de bal linea recta terug: “Heb jij een voorstel?”
Lief, zou je denken – ruimte gevend. Totdat elk voorstel van mij beantwoord werd met een ontwijkende tegenvraag: “Hou je ook van fietsen?”
Spoiler alert: dit gesprek zou nooit op gang komen, maar bleef hangen in de ‘hi-hoera-wat nu?’-fase.
2. De strooistrategie
Nadat ik (inmiddels licht gefrustreerd maar nog steeds vriendelijk) liet weten dat ik het hierbij wilde laten, volgden er tóch nog berichtjes. Geen inhoud. Geen plannen. Alleen: “Hi”.
En toen ik één keer terug’zwaaide’? Volgde er zowaar een “Hoe gaat het?”, waarop ik “Goed. Met jou?” zei.
En vervolgens… niks. Radiostilte.
Tot de donderdagavond waarop er weer een “Hi” op mijn scherm verscheen en ik dacht: laatste kans. Laatste test. Laatste ‘wat wordt het?’
3. De plotwending zonder logica
Ik deed een voorstel: óf een drankje in Zaandam om 22.00 uur, óf een wandeling in het Amsterdamse Bos op zaterdagmiddag. Duidelijk. Concreet.
Om 20.30 kreeg ik reactie: “Net thuis. Had geen bereik. Vanavond wandelen in het Vondelpark?”
Ik dacht: huh? Donker, onveilig, slecht idee.
Ik legde het uit (net gesport, nog eten, café in Zaandam is haalbaar), waarop hij terugkaatste: “Kunnen we ook in Amsterdam afspreken?”
Lees. Je. Bericht.
Toen was ik klaar. Klaar met mezelf uitleggen. Klaar met het ontcijferen van zijn passief-agressieve planning. Klaar met ‘hi’ als openingszin.
4. Wat ik (niet) zag, en wat ik nu weet
Mijn blinde vlek? Ik wilde zó graag dat het ‘iets’ werd, dat ik zijn besluiteloosheid probeerde op te lossen.
Ik dacht: Misschien is hij verlegen. Misschien heeft hij gewoon hulp nodig met plannen maken.
Maar weet je? Als iemand écht wil, dan maakt hij plannen. Zonder vagiteiten.
Verspilde energie: 3,5 avond, 0 dates, ± 1.100 stappen in de wandelgangen van hoop
Voor herhaling vatbaar? Wat denk je zelf.
Klaar voor de volgende? You bet. Maar dan iemand met bereik. En een plan. En bij voorkeur met woorden langer dan twee letters.
Plaats een reactie