Ofwel: een man die dook in zelfontwikkeling, maar nooit écht de sprong waagde
Om met een variatie op Forrest Gump te beginnen: dating’s like a box of chocolates; you never know what you’re gonna get. Soms begint een avond veelbelovend en blijft het gezellig, en soms krijg je de volgende dag een appje dat meer weg heeft van een zakelijke afwijzing dan van een natuurlijke afsluiting. Dit verhaal gaat over een financiële man die graag in koud water zwom. En, zo zou later blijken, flink last had van koudwatervrees.
1. Pootje baden
Het kennismaken en aftasten via de datingsite verliep verrassend soepel. Hij, hoogopgeleid, vader van vier (bijna) volwassen kinderen, had een financiële achtergrond en was oprichter van een investeerdersclub. Zijn werk bestond grotendeels uit het faciliteren van elevator pitches voor ondernemers met grote plannen. Een soort Dragon’s Den, maar dan in Noord-Holland.
Wat mij vooral intrigeerde was zijn openheid over persoonlijke ontwikkeling. Zo sprak hij respectvol over een ex-geliefde die healer was, hoe zij hem energetisch behandelde en soms eerder en beter wist hoe hij zich voelde dan hij zelf. Hij leek zelfinzicht belangrijk te vinden en had interesse in alternatieve methodes. Dat wekte mijn nieuwsgierigheid.
2. Proefzwemmen. Of afzwemmen?
We spraken af in een strandtent, zodat we na het eten nog even konden zwemmen in het koude zeewater. Waarvoor ik vriendelijk bedankte. “Maar vind je het dan niet leuk om een gezamenlijke hobby te hebben met je partner?,” vroeg hij.
Ik pareerde luchtig: “Alleen als ik die hobby zelf ook leuk vind.”
De sfeer was goed, het voorafje lekker, en het gesprek voelde als een echte dialoog. Voor even leek dit een ontmoeting met potentie: open, vlot en inhoudelijk.
3. Onder water
Ook de meer persoonlijke onderwerpen kwamen ter sprake. Ik vertelde dat ik werkte aan het stellen van grenzen, hij vertelde dat hij deed aan bonding therapy. Voor mij onbekend, dus hij lichtte toe: een methode waarbij mensen die moeite hebben met emotionele aanraking, leren hieraan te wennen door onder meer langdurig bovenop iemand te liggen.
Met humor vertelde hij dat hij tijdens zo’n sessie een knappe dame had uitgekozen maar dat dit niet mocht, omdat ze één van de begeleiders was. In plaats daarvan kreeg hij een andere man toegewezen. “Best intens,” zei hij, een beetje grinnikend. Maar achter die luchtige toon voelde ik iets anders: een soort ongemak, alsof het experiment confronterender was geweest dan hij wilde toegeven.
4. De rol van de regisseur
Die elevator pitches waren niet het enige dat hij faciliteerde. Hij organiseerde ook tapas- en wijnavonden voor de koudwaterzwemmers. “Het is zo gaaf om die mensen bij elkaar te zien aan mijn tafel,” zei hij enthousiast.
Maar hoe hij zichzelf omschreef viel me op. Niet als deelnemer, maar als regelaar. Hij was de gastheer, de organisator, degene die het mogelijk maakte… maar deed hij er eigenlijk zelf wel aan méé? Hij leek zich prettig te voelen in de rol van observator, maar minder in echte, directe verbinding.
Toen hij vertelde dat hij met twee van zijn kinderen geen goede band had, begon ik een patroon te zien: hij kon wel begeleiden en faciliteren, maar écht diep verbinden leek lastiger. Het was alsof hij liever aan de rand van het water stond, dan erin te duiken.
5. Koudwatervrees
Eind van de avond. Er was er een omhelzing. Ik voelde zijn hele lijf hevig trillen.
Intens.
Toen ik thuis even googelde op bonding therapy, begreep ik het beter. Dit was iemand die verbinding als concept onderzocht, maar het in de praktijk misschien nog niet helemaal beheerste.
En hoewel we het erover eens waren geweest dat de date een vervolg verdiende, kreeg ik de volgende ochtend een appje:
“Ik vond het ontzettend leuk, maar voel geen romantische klik. Wel zou ik je graag over een maand nog eens zien om te kijken of je dan nog steeds zo stoer bent op je werk.”
Wait, what?
Een zakelijke afwijzing, gecombineerd met een vage evaluatie-afspraak over een maand? Dit was geen spontane connectie; dit was een gestructureerde procedure waarin ik blijkbaar moest ‘bewijzen’ dat ik in mijn kracht kon blijven staan.
Tegen de stroom in zwemmen is niets voor mij, dus ik reageerde vriendelijk maar beslist: “Over een maand? Nee joh, dit is geen sollicitatieprocedure!”
6. Wat ik leerde tijdens deze ‘zwemles’
Als iemand zichzelf aan je laat zien, kun je maar beter goed kijken. Dingen wegwuiven onder het motto ‘ach, iedereen heeft wel wat’ is jezelf voor de gek houden.
Het belangrijkste?
Ik ben geen optie.
Verspilde energie: Drie keer opnieuw plaatsnemen in de startblokken.
Voor herhaling vatbaar? Nee, ik zwem liever met iemand die écht in het diepe durft.
Klaar voor de volgende? Zeker, maar dan zonder koudwatervrees.
Plaats een reactie